Thuis in de Kostersgang
Als je bij daklozenopvang aan de Kostersgang op de bel drukt zie je dat je door een camera wordt bekeken. Maar eenmaal binnen is het een gezellige plek met een open keuken, brede tafels met bloemen erop. Ik spreek hier met twee vrijwilligers, Ina en Gea. Ze werken allebei al 18 jaar samen bij de Kostersgang, een of twee dagen per week.
Warme sfeer
Wat het is dat maakt dat Ina en Gea dit zo lang blijven doen? Gaandeweg het interview hoor je hoe deze dames eigenlijk wel een beetje verknocht zijn geraakt aan de plek en de jongens die hier komen. Zelfs al zijn ze soms erg lastig, moeilijk of onbereikbaar. Ina: “Er is hier een warme sfeer en als vrijwilliger hoor je er echt bij, je wordt net zo serieus genomen als de rest en vanaf het begin heb ik hier leuke beroepskrachten meegemaakt.”
Koude en natte nachten
Gea: “Als je vaak dingen mee naar huis neemt dan moet je je afvragen of je hier wel op je plek bent.” Dus dat doen de dames ook niet? Ina: “Ik neem soms wel dingetjes mee naar huis, ik lig er niet wakker van, maar je denkt wel aan de jongens als het koud en nat buiten is.”
Warm welkom
De mensen kunnen douchen en wat eten en drinken in de Kostersgang en als ze willen worden ze door de betaalde krachten doorverwezen naar hulpverlening. “Maar sommigen willen niet geholpen worden” zegt Gea “en anderen kan je niet bereiken”. De groep daklozen is zo te horen heel divers; er zijn mensen bij met een verstandelijke beperking, uitgeprocedeerde asielzoekers, mensen met psychische problematiek en mensen die via INLIA hier komen. Het verrassende is dat sommige mensen wel degelijk in een huis wonen “Maar sommigen hebben niemand, geen familie helemaal niks en dan is dit hun huiskamer.” Gea laat wel merken dat ze het niet goed geregeld vind in Nederland. “Ze laten mensen in de steek” zegt ze.
Een Gesprekje
In ieder geval zijn deze mensen wel welkom bij Ina en Gea: “Je geeft een luisterend oor, met sommige ga je een gesprekje aan. Als je iets weet van hun achtergrond oordeel je ook niet.” Ina: “Je geeft ook om ze, het zijn maar heel kleine dingen, een hand op de schouder een knipoog een keer een lach, of je geeft ze iets, een stuk fruit of koffie en soms stiekem iets gratis als je weet dat iemand geen geld heeft, want de Kostersgang is tenslotte van het Leger des heils.”
Opvoeden
Naar hun verhaal te horen moet je ook wel wat kunnen incasseren. Gea: “Ja, er gebeurt hier soms wel wat. Als vrijwilliger moet je niet alleen heel sociaal zijn maar ook stevig op de benen staan en niet bang aangelegd zijn. Een enkele keer escaleert het hier. Ina: “Als we zien dat er ergens wat broeit gaan we een beetje in de beurt staan en zeg ik van ‘even rustig, laten we het gezellig houden’. Je moet er nooit tussen springen want dan gooi je olie op het vuur. De betaalde krachten zijn natuurlijk ook in de buurt.” Gea vult aan: “We voeden ze ook een beetje op, met wat humor. Soms zijn ze erg dominant of dwingend, soms zijn ze vrouwonvriendelijk. Er was er een en die deed dit – ze maakt een kom-hier beweging met het hoofd – dan deed ik net of ik het niet zag. En als ze zeggen ‘soep, soep’ zeg ik ze voor hoe het moet: ‘Mag ik een kop soep?’“
Ina en Gea klinken als een stel professionele vrijwilligers waar dak- en thuislozen en nieuwe vrijwilligers nog een hoop van kunnen leren.
Kostersgang zoekt nog een medewerker in de dagopvang