De oogst van Toentje

Toentje aan de Struisvogelstraat is uit haar winterslaap ontwaakt. De bedden zijn uitgezet, de paden aangestampt en hier en daar van schors voorzien, het zaai- en pootgoed kan de grond in. Als de weergoden mee willen werken kunnen de vrijwilligers over een paar maanden oogsten. Klaasjan is een van die vrijwilligers. Samen met zijn collega’s zorgt hij ervoor dat de voedselbank straks weer rijkelijk voorzien wordt van verse groenten, kruiden en vruchten.

Vanuit het nietsdoen

Klaasjan kreeg twee jaar geleden een bedrijfsongeval. Daardoor raakte hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Hij zit al die tijd al thuis. Maar hij wil weer aan het werk, zijn eigen geld verdienen. Samen met zijn reïntegratiecoach bedacht hij dat het goed zou zijn om weer te gaan wennen aan arbeidsritme, zijn week structuur te geven. Zo kwam hij bijna een jaar geleden op Toentje terecht en is hij hier nu drie dagdelen per week te vinden. En dat gaat goed. “Ik kwam vanuit het nietsdoen,” vertelt hij, “dan is het even wennen, maar inmiddels weet ik niet beter.”

Klaar voor het seizoen

Hij vindt er ritme, structuur én grenzen. Licht fysiek werk gaat hem goed af maar het moet niet te zwaar worden. “In het begin liep ik te hard van stapel: spitten, dikke wortels die diep en vast in de grond zitten er toch uit willen krijgen, natuurlijk wilde ik dat doen, maar ik leerde al snel mijn grenzen kennen én bewaken.” We lopen langs David die de bedden afkadert, omspit en aanharkt, klaarmaakt voor het seizoen. Het is werk waarbij Klaasjan een grens heeft getrokken. Zijn pols kan dit werk niet meer aan.

Zelf doen

Er is genoeg werk dat hij nog wel kan doen. Vandaag plant hij peulen. Ook oogsten is voor hem goed te doen. Nee, de oogst is voor de voedselbank, niet voor de vrijwilligers. Maar het werk levert hem zeker iets op. “Het is hier gewoon leuk.” Nu hij bijna een jaar heeft meegedraaid op de tuin, heeft hij van alles geleerd over biologische groententeelt, over grondbewerking, geliefde en minder geliefde plantjes en over de insecten die nodig zijn voor het voortbestaan van de planten. Dat leerde hij door zelf te doen, rond te kijken en te ontdekken. Hij leert van Margien en Jos, de drijvende krachten achter Toentje, en hij leert van zijn collega’s die er soms al jaren werken.

Ontmoeten

Die collega’s maken het extra leuk. Op deze ochtend werken er zo’n zes vrijwilligers. Klaasjan ontmoet er mensen van allerlei pluimage. Mensen zoals hij die een stap willen maken naar betaald werk, mensen die studeren of betaald werk hebben en die het leuk vinden om een dagdeel per week iets anders te doen, buiten te zijn. “En mensen die er zich bewust van zijn dat het allemaal biologisch is. Die het goed vinden om iets voor de voedselbank te doen. Dat werkt ook aanstekelijk.” Eigenlijk, zegt hij, is er voor iedereen wel plek op Toentje. Je hoeft er geen speciale kwaliteiten voor te hebben.

Tekst en fotografie: Leonie Barnier
Film: Bart Nieuwold