14 jaar buurtbemiddeling in Groningen

In de 25 jaar dat buurtbemiddeling in Nederland bestaat zijn ruim 180.000 conflicten tussen buren gemeld bij buurtbemiddelingsorganisaties. Bij zeven van de tien gevallen lukt het buurtbemiddelaars buren te helpen een oplossing voor hun probleem te vinden. In Groningen wordt sinds veertien jaar buurtbemiddeling uitgevoerd door MJD.
We praten met Annemiek Tolsma, coördinator Buurtbemiddeling bij MJD en met Jan Engels, een jonge zeventiger. Jan is vanaf het begin, dus al veertien jaar, vrijwillig buurtbemiddelaar in Groningen en omdat hij ook een man van de statistiek is heeft hij zijn cijfers paraat: in die veertien jaar heeft hij 138 buurtbemiddelingen gedaan, 54 buurtbemiddelingsgesprekken gevoerd  en is hij met 47 verschillende collega’s op pad geweest. Hij verdient een lintje want onderschat het belang van buurtbemiddeling niet. Wanneer je niet on speaking terms met je buren bent vanwege lawaai, onenigheid over het al of niet snoeien van de heg, rommel op straat, enz. geeft dat stress. Buurtbemiddeling vergroot het gevoel van veiligheid, vermindert de ervaren woonoverlast, verkleint de kans op escalatie en heeft een positief effect op de gezondheid. Buurtbemiddelaars gaan steeds altijd op dezelfde manier te werk: na een melding gaan ze  – altijd twee vrijwilligers – eerst praten met de klager, daarna met degene(n) over wie geklaagd wordt en dan volgt een gesprek met beide partijen op een neutrale plek. Een aantal weken na dit gesprek belt de buurtbemiddelaar nog even om te horen hoe het gaat

De buurtbemiddelaar

Veertien jaar geleden, toen MJD (toen nog Stiel) startte met buurtbemiddeling door vrijwilligers, reageerde Jan op een advertentie waarin gevraagd werd om ‘25 bewoners uit alle lagen van de bevolking’. Jan was toen 57, net werkloos en wilde graag weer met beide voeten in de maatschappij staan. Hij vertelt dat hij tijdens het voorstelrondje bij de eerste bijeenkomst zich steeds kleiner voelde worden toen hij hoorde wat die andere mensen allemaal hadden gedaan en wat voor opleiding ze hadden gehad. Jan was woningstoffeerder. “Maar,” zegt hij, “er is een overlap met buurtbemiddeling: als woningstoffeerder kom je bij mensen thuis en dan is het ook belangrijk dat je goed contact kan maken.” Annemieke valt hem bij: “Je kan nog zo’n goede opleiding hebben maar als je geen contact kan maken met mensen ben je niet geschikt als buurtbemiddelaar.” Overigens laat Jan een paar certificaten zien die hij inmiddels gehaald heeft: ‘Omgaan met weerstand’ en ‘Culturele diversiteit’. “Ik had in mijn leven nog nooit een diploma gehaald!” zegt hij. Het werk geeft hem bevrediging, de diploma’s erkenning en “Ik heb hele fijne collega’s, vooral in de beginjaren waren we een heel hecht team.” In die jaren kwam de groep heel vaak bij elkaar voor scholing en intervisie. Als hij één minpunt moet noemen van buurtbemiddeling dan waren het de zaterdagen dat hij een bijscholingscursus moest volgen. Annemieke: “Tegenwoordig doen we dat anders hoor!”

Laagdrempelig

Wat is belangrijk bij buurtbemiddeling? Jan vindt het belangrijk om mensen eerst op hun gemak te stellen, “Je vraagt eens hoe het ermee gaat en je geeft een compliment ‘prachtig dat jullie hier beiden aanwezig zijn’ en beide partijen moeten er iets bij te winnen hebben. Er is geen protocol, ik ga er blanco in, dat is ook mijn uitdaging. ” Hij is de man die geduldig blijft praten en wacht tot er een kantelpunt in het gesprek komt waarbij de dingen gaan verschuiven. Hij vertelt dat er soms heel weinig nodig is om tot een oplossing te komen. “Het is een keer voorgekomen dat ruziënde buren het zo absurd vonden dat vreemden hen om de tafel moesten krijgen dat ze besloten – nog voor het intakegesprek- de zaak onderling op te lossen.” Niet altijd leidt een bemiddeling tot een oplossing. “Maar,” zegt Jan, “er is wel een gesprek geweest en dat kan al rust geven. Je moet bedenken dat mensen vaak al bij verschillende instanties zijn geweest, zonder succes. Juist bij ons, zeggen ze, kunnen ze hun verhaal goed kwijt. Wij hoeven geen verantwoording af te leggen, we registreren niets en hoeven met niemand rekening te houden en dat voelen mensen. Buurtbemiddeling is heel laagdrempelig en meestal zijn mensen heel blij met onze bemiddeling.”

Zwaardere zaken

Wat is er in die veertien jaar dat Jan als buurtbemiddelaar werkte veranderd? Op die vraag heeft Jan een heel duidelijk antwoord: “De zaken die we krijgen zijn zwaarder en gecompliceerder geworden. De maatschappij is harder en er is vaker sprake van onderliggende (psychische) problematiek bij de partijen. Vroeger ging het nog wel eens over een heg die niet geknipt was en als we daar dan kwamen bleek het al gebeurd te zijn en zei de desbetreffende dame ‘maar anders zouden jullie dat toch doen!’”  Het duurde even voor iedereen wist wat buurtbemiddeling precies was.
Jan: “Als je de zaken die we nu krijgen tegen het licht houdt van de criteria (voor wanneer een zaak geschikt is voor bemiddeling) die we tien jaar geleden hanteerden dan zouden we geen zaak overhouden.” Dat zegt dus al iets. Buurtbemiddelaars kunnen overigens als het spannend wordt altijd ruggespraak met de coördinator houden.

Studenten en corona

Afgelopen jaar werd volgens Annemieke bij één op de tien zaken over studenten geklaagd. Jan: “Je moet bedenken dat vanwege de lockdown studenten en gezinnen allebei tegelijk thuis waren. Dat zijn leefwerelden die elkaar normaal niet bijten maar in deze tijden wel”. Overigens is Jan het niet altijd eens met de kritiek op studenten, “Ja ze zijn vaak lastig maar ze zijn wel heel goed aanspreekbaar op hun gedrag. Ze zijn zich er niet altijd van bewust dat ze overlast veroorzaken.” Wat hem betreft komt er een handleiding voor studenten en voor niet-studenten: ‘Hoe ga je om met overlast’. Zijn advies: “Leer communiceren en ga veel eerder met elkaar in gesprek.”

Een goede buurtbemiddelaar

Wat heeft een buurtbemiddelaar nodig om goed te kunnen werken? Jan denkt daar even over na en noemt dan een paar dingen: mensenkennis, goed kunnen luisteren, goede vragen stellen en neutraal kunnen blijven. Annemieke vult aan: “Als buurtbemiddelaar ben je op zoek naar de balans tussen dichtbij komen en afstand houden. Dus je neemt mensen serieus en tegelijk moet je jezelf buiten de situatie kunnen plaatsen, dus niet meegaan in de emotie van iemand. Je moet ook niet in de verleiding komen ze te gaan adviseren.” Jan: “Dan ben je bij partij 1 geweest en door het verhaal heb je misschien een beeld gevormd van partij 2 en dan kom je daar en blijkt dat er helemaal niets van klopt! Ik had een keer een collega bij me die na het eerste gesprek vroeg of het wel verantwoord was om bij partij 2 naar binnen te gaan, maar toen we daar kwamen bleek het een heel vriendelijke man te zijn die onmiddellijk zei dat hij de volgende dag een bosje bloemen zou gaan brengen! Zo zie je maar.”

Jan doet nog steeds vrijwilligerswerk maar niet meer als buurtbemiddelaar bij MJD,  het werd tijd voor iets anders. Deze week heeft hij een intakegesprek bij City Central voor het project ‘My local friend’. Jan gaat in gesprek met buitenlandse studenten en die zullen vast een fijne gesprekspartner in hem vinden.

tekst en foto: Jeanet Verveer